Bram Verbist

[Filip Elsen]

Bram Verbist, keeperstrainer en expert stilstaande fases bij OHL

“Hoelang ik de tegenstander bestudeer? Uren, uren en uren”


Bij de collega’s van Extra Time is hij een gimmick geworden. Gaat het over stilstaande fases, dan laat Arnar Vidarsson steevast de naam van Bram Verbist vallen. Voor de Antwerpenaar, gisteren 38 geworden, hoeft het niet: “Ik ben in de eerste plaats nog altijd keeperstrainer.” Toch doet het deugd als de statistieken bewijzen dat geen enkele ploeg in België beter doet dan OHL op spelhernemingen. Je kan overigens niet beweren dat Verbist zijn taak als keeperstrainer verwaarloost, want Rafael Romo keept de pannen van het dak.

MILAN AUGUSTIJNS

“Hij is zo aimabel dat alle spelers zijn strenge eisen makkelijk inwilligen”, zegt OHL-coach Marc Brys over zijn keeperstrainer Bram Verbist. Dat moesten we toch eens verifiëren. Aan ons heeft hij geen eisen gesteld, maar dat aimabele kunnen we ondertussen wel bevestigen. Verbist neemt alle tijd om onze lange vragenreeks te beantwoorden en geeft een nuchtere en geestige indruk. Down-to-earth.

Brys zei ons niet alleen dat je zo aimabel bent, maar ook dat je alle keepers met wie jullie al gewerkt hebben, beter hebt gemaakt. Klopt?

“Ik hoop van wel. Het begon met Michaël Clepkens, die een goed seizoen draaide bij Beerschot. Daarna werd Rafael Romo, ook bij Beerschot, tot doelman van de Proximus League verkozen. Bij STVV kende Kenny Steppe een heel goed jaar en ook nu weer is Romo een heel sterk seizoen aan het keepen.”

Romo is inderdaad indrukwekkend. Hij is nog een stuk sterker dan destijds bij Beerschot, toch?

“Klopt, vooral voetballend. Dat was bij Beerschot zijn zwakte. Het is nog altijd een werkpunt, maar hij heeft grote stappen gezet. Positioneel is hij ook beter en vooral: hij is graag in Leuven. Zijn vrouw en kindjes zijn hier en dat is belangrijk.”

Wat is jouw geheim?

Ik werk heel technisch en laat het fysieke over aan de specialisten ter zake. Een doelman moet niet kotsend over de balustrade hangen om goed getraind te hebben. Ik werk met korte oefeningen, maar daarin moet de kwaliteit wel honderd procent zijn. De sfeer onder de doelmannen vind ik ook belangrijk. Er moet concurrentie zijn, maar binnen een goeie werksfeer. Tot op de dag van vandaag is me dat altijd gelukt. In coronavrije tijden gaan we soms iets eten met de keepers om aan de onderlinge sfeer te werken.”

Klopt het dat jij, toen Brys jou in 2016 belde om naar Beerschot-Wilrijk te komen, dacht dat het was als doelman in plaats van als keeperstrainer?

“Ja. (lacht) Er zaten veel mensen van Wilrijk in het bestuur en die zagen nog een extra speler met Beerschot-stempel niet zitten. Voor de staf lag dat anders en dus vroeg de coach mij om zijn doelmannen te trainen. Mijn contract bij Roda was net afgelopen en ik zag mezelf nog als keeper, maar ik heb mij nog niet beklaagd dat ik toen ja heb gezegd op de vraag om trainer te worden.”

Ondertussen ben je je behalve over de doelmannen ook steeds meer over stilstaande fases gaan ontfermen. Hoe is dat gelopen?

“Op een gegeven moment vroeg de coach mij of ik de defensieve stilstaande fases op mij wilde nemen. Ik stak er veel tijd in, het ging goed en gaandeweg kreeg ik meer en meer verantwoordelijkheid. Dat vond ik wel fijn. Ondertussen heb ik voor de offensieve fases de hulp gekregen van Joachim Mununga. Dat bespaart mij een pak werk.”

OHL staat bekend om zijn sterkte op stilstaande fases. Leg eens uit hoe jij die voorbereidt.

“Ik maak een grote compilatie en daarna bespreken we met de hele staf wat we daaruit zullen gebruiken. Van een tegenstander analyseer ik alle fases, zowel offensief als defensief, van álle wedstrijden. Dus voor zaterdag tegen Eupen zijn dat bijvoorbeeld niet alleen de laatste vijf matchen, maar het hele seizoen.”

Dat moet een pittig klusje zijn.

“Daar kruipen uren, uren en uren werk in. In elke fase zijn er een zestal koppers en ik wil van iedereen weten naar welke zone hij bij voorkeur gaat, dus dat is elke keer het beeld stopzetten en terugspoelen voor iedere speler. Ik durf niet te zeggen hoeveel tijd ik er exact instop, maar wij zijn elke dag van 6.30 tot 18.30 uur op de club, dus we hebben wel wat tijd om te benutten.”

En de spelers, hoe vaak werken zij op stilstaande fases?

“De laatste twee dagen voor een wedstrijd zijn ze daar altijd mee bezig. Na het ontbijt laat ik beelden zien, daarna gaan we het veld op en werken we 30 à 40 minuten op stilstaande fases. De spelers hebben trouwens ook een eigen inbreng. Ze komen met voorstellen om bepaalde nummertjes eens uit te proberen. Zelf proberen we ook zo veel mogelijk met nieuwe dingen te komen, want als je elke week hetzelfde vertelt, treedt er een sleur op. Soms vertellen we aan een deel van de groep niet wat we bij een bepaalde fase van plan zijn, om te kijken of we kunnen verrassen.”

Geen enkele club scoorde dit seizoen zo vaak uit een spelherneming als OHL. Sterkt jou dat in de overtuiging dat het alle moeite waard is?

“Absoluut, maar zelfs als het op een heel seizoen maar één punt zou opleveren, is dat een gewonnen punt. Ik moet wel zeggen dat het makkelijker zou zijn met zes torens van 1m95, wij hebben een relatief kleine ploeg. We proberen dat te compenseren door onze nummertjes goed in te studeren en dat lukt. Het moet effectief zijn, want met een nutteloos circusnummertje schieten we niks op. Niet alleen voor de staf, maar ook voor de spelers is het leuk om te zien dat het de moeite loont. Het kan alleen slagen als iedereen zijn taken onthoudt en het is behoorlijk veel om in te prenten. Maar in vergelijking methet American football of basketbal valt het allemaal wel mee.”

Hoe hou je alle fases bij om indien nodig naar te kunnen teruggrijpen?

“Je bedoelt of ik een bibliotheek heb? Die heb ik. Ik klasseer alles in mapjes en als er situaties zijn die lijken op een geval uit het verleden, ga ik terugkijken hoe we dat toen hebben opgelost.”

Waar blijf je de inspiratie halen om steeds weer met nieuwe nummertjes op de proppen te komen?

“Dat is veel voetbal kijken, alle dagen. Van Napoli heb ik al veel gebruikt en ook van een Deense ploeg, waarvan ik de naam niet ga noemen. Soms zie ik ook nummertjes passeren bij andere ploegen die wij als eerste hebben gebruikt. Dat vind ik fijn om te zien.”

Uit HNB Regio 06.03.2021

[luckie]

Moest dit werk dan nog eens kunnen gekoppeld worden aan een ijzersterke verdediging........

[Wimmel]

Moest dit werk dan nog eens kunnen gekoppeld worden aan een ijzersterke verdediging........

Als onze verdedigers van hetzelfde niveau waren als onze aanvallers dan speelden we gegarandeerd PO1 en mochten we echt dromen van Europees voetbal volgend jaar.

[luckie]

Moest dit werk dan nog eens kunnen gekoppeld worden aan een ijzersterke verdediging........

Als onze verdedigers van hetzelfde niveau waren als onze aanvallers dan speelden we gegarandeerd PO1 en mochten we echt dromen van Europees voetbal volgend jaar.

Het is 'misschien' toch een werkpuntje voor onze vriend De Corte?

[Wimmel]

Moest dit werk dan nog eens kunnen gekoppeld worden aan een ijzersterke verdediging........

Als onze verdedigers van hetzelfde niveau waren als onze aanvallers dan speelden we gegarandeerd PO1 en mochten we echt dromen van Europees voetbal volgend jaar.

Het is 'misschien' toch een werkpuntje voor onze vriend De Corte?

Absoluut!

De club is er in geslaagd om dit seizoen een kern samen te stellen die de doelstellingen ( een rustig seizoen draaien ) ruim gaat overtreffen. Er staat dus voor het eerst sinds vele jaren iets om op voort te bouwen.

Volgend seizoen zullen de verwachtingen terecht hoger zijn en zal de club er dus voor moeten zorgen dat de ploeg versterkt wordt. Nieuwe (centrale) verdedigers zijn prioriteit nummer 1.

[diezel]

Er mag ook wat lengte en body bij achterin, een paar beren genre Seck van Antwerp. Waar de tegenstander een beetje schrik van heeft.

[Wimmel]

Er mag ook wat lengte en body bij achterin, een paar beren genre Seck van Antwerp. Waar de tegenstander een beetje schrik van heeft.

De body van Seck mag inderdaad, maar het verstand mag toch iets meer zijn ...